woensdag 5 september 2012

De Zwarte Mis



Bij binnenkomst in de African Methodist Zion Church in the 137th street in de New Yorkse zwarte wijk Harlem word ik als witte door een paar vrouwen met mooie hoofddeksel hartelijk ontvangen en naar een plaats gebracht. Een oude man met een grijze baard zit als Errol Garner piano te spelen en zijn hele lijf swingt mee. De vrouwen van het koor, links vooraan, wiegen met hem mee. Ze kijken blij en maken met iedereen oogcontact. Terwijl de kerk volloopt verschijnt een indrukwekkende zwarte vrouw op het altaar. Ze knikt even naar de piano en neemt het woord. Op een open en hartelijke manier heet iedereen welkom.

Ik voel me onmiddellijk welkom en opgenomen in de gemeenschap om samen feest te vieren. Dit is geen serieuze, droeve aangelegenheid om te gedenken hoe zwaar het leven is, nee, hier wordt gevierd wat het leven voor kansen biedt. Ik hoor de klanken en moet denken aan http://www.youtube.com/watch?v=GUcXI2BIUOQ,  Nina Simone, die me destijds zo geraakt heeft met haar ongelooflijke lied over wat ze niet heeft en uitbundig kan zingen over wat ze wel heeft. Of je wilt of niet, dit komt binnen in je ziel, ik bedoel: ‘Soul’. Hoe je het ook noemt, het Universum, het Hogere, of gewoon God, als je hier bent, ervaar je dat je een deel bent van een groter geheel.
De vrouw, Reverend Regine Muschett, een van de twee voorgangers, vertelt het verhaal over Christophorus, de reus die Jezus door een rivier droeg en de geschiedenis is ingegaan als beschermheilige van reizigers. ‘En zijn we niet allen op reis?’ vraagt ze ons openlijk en op dat moment staat het koor op en zet al swingend en klappend een nieuw lied in. Mensen staan op en beginnen mee te dansen. Ik kan bijna niet stil blijven zitten, het knalt de kerk uit. Dit is pas het leven vieren! Dit is vieren waar we voor op aarde zijn, ondanks alles wat moeilijk is, wat oneerlijk is, wat zwaar is en onrechtvaardig. Overal om me heen zie ik blije gezichten.

Als het lied uit is, komt de andere voorganger, die achteraan op het altaar zat, te voorschijn. Ook al zo’n mooi mens. Hij maakt eerst contact, bedankt het koor met een breed gebaar en laat zijn enorme stem horen. ‘ I will tell you about my GPS...’ Zo begint hij zijn preek. Preken gingen vroeger totaal aan me voorbij. Geen touw aan vast te knopen. De pastoor ging aan en op een gegeven moment weer uit. In de tussentijd zat ik aan hele andere dingen te denken en was ik blij als er weer de actie kwam op het podium. Terwijl het ook toen zo voor de hand lag om in de preek het oude –bijbel- verhaal toegankelijk te maken voor de zoekende mens, die heus wel wil luisteren als hij zich gehoord voelt. Als hij voelt dat er in feite niets nieuws onder de zon is en dat hij uitgenodigd wordt om zijn eigen antwoorden te vinden op zijn persoonlijke levensvragen. Als hij ervaart wat de verbinding is tussen de verhalen van toen en de problemen in het hier en nu.

Iedereen luistert terwijl Reverend Robeson Smith uitgebreid ingaat op de GPS, die geweldige uitvinding waardoor we altijd en overal de weg vinden. Op een slimme en metaforische manier komt hij terug op de reiziger, op ons, wij allen die op pad zijn en de weg juist regelmatig kwijt zijn. En niet alleen dat: we zijn ook ons innerlijk kompas kwijt. We worden overstelpt met schreeuwende reclames en goede adviezen, maar we kunnen die niet inpassen in ons persoonlijk leven. We missen de GPS. Hoe makkelijk maakt hij de brug naar ons innerlijk, waar altijd een dieper weten is, of je dat nu God noemt of niet, dat de weg níet kwijt is. Dat weet van ravijnen, spoken, omwegen en pijn. Dat ook weet dat in ieder probleem een kiem van nieuw leven zit.

Hij vertelt en wij luisteren. Deze preek zal ik niet vergeten. Steeds weer legt hij de link met de GPS en ik voel me steeds rustiger en blijer worden. Er kan ons niets overkomen, alles heeft een doel, als we het vertrouwen houden in die grote en grootse wijsheid, die hij Lord noemt. Het scheelt niet veel of de vrouwen op de eerste rijen barsten in gejoel en geklap uit. Net voor dat hij met een dikke knipoog en een joviaal gebaar afsluit, zet het koor weer in.

Uitbundig en muzikaal nemen ze ons mee in een heuse hit, net zo’n nummer als ‘O, Happy Days’. De man aan de piano is helemaal in trance en ik voel de tranen over mijn wangen lopen. Als ik om mij heen kijk, zie ik dat iedereen geraakt is. Wat een sfeer. Dit heeft niets te maken met de koele, afstandelijke en de zogenaamde heilige sfeer van vroeger, toen we een uur stil moesten zitten, niet praten, niet bewegen.

Dan is er collecte die een terechte vrijgevigheid losmaakt en wordt de tafel gedekt voor het gezamenlijke maal. Ook dat gaat heel anders dan in mijn herinnering. We worden in groepjes uitgenodigd om naar voren te komen en we zijn voor een halve minuut samen aan tafel. Het lijkt of we allemaal persoonlijke aandacht krijgen en ik voel wat het toch bijzonder is om ‘samen te eten’. 
Volgens mij is dit altijd al Gods plan geweest. Hij wordt er natuurlijk heel blij van als wij het leven samen vieren. Het kerkgebóuw is daar een prachtige plek voor met die romaanse of gotische hoogten en brandgeschilderde ramen waar gekleurd hemellicht doorheen vlindert. Alleen is die kerk vervangen door conferentieoorden. Een andere omgeving, andere voorgangers – lees trainers en inleiders- maar dezelfde zoektochten. Lees dit blad er maar op na. De elementen van een katholieke mis zitten verstopt in het programma: tijd en aandacht voor reflectie, het onderzoek naar een eigen vraag, een goed verhaal, de betekenis daarvan voor het eigen proces, samen eten, zingen en lachen. Daar wel. Zo nu en dan. 

De zwarte mis doet me beseffen dat we met de ontkerkelijking in ons land het kind met het badwater hebben weggegooid. Wat zouden we kunnen verzinnen om de mooie rituelen, de verbindende, wekelijks terugkerende bijeenkomsten weer nieuw leven in te blazen? De kunst van het vieren van het leven komt je niet aanwaaien; dat heeft oprechte aandacht nodig. Het is net als een pad in de jungle: als je het pad niet iedere week vrij maakt, slibt het zo weer dicht. Ik heb de zwarte mensen niet verteld dat er nog maar weinig mensen in Nederland op zondag in de Kerk te vinden zijn. Ik geloof dat ik me een beetje schaamde. 

dinsdag 3 juli 2012

Verander je script, verander je leven




Verander je script, verander je leven

Met cadeaugeld kon Saskia Teppema een reis of cursus voor zichzelf uitzoeken. Ze ging een maand op stap met ‘me, myself and I’.


Alle overwegingen voor de besteding van mijn verjaardagsbudget brachten me terug naar het doel van mijn reis: het beter krijgen met mezelf. Via een collega kwam ik in contact met een bijzondere man uit Vancouver die in Costa Rica een attidudinal healing centre leidt. Attidudinal healing is een therapeutische aanpak om via innerlijke vrede en liefde voor jezelf te helen. J. Jampolsky (1925) heeft in vele landen dergelijke centra opgericht en is nog steeds betrokken bij een centrum in Californie waar kinderen met terminale ziekten terecht kunnen. Nader onderzoek wees me uit dat het programma in Costa Rica bestaat uit veel yoga en meditatie, groepswerk en wandelen. Klonk goed. Voor ik het wist had ik op ‘send’ gedrukt, wat betekende dat ik de vlucht had geboekt. Een reis van zesentwintig uur brengt me naar El Cielo, een eenvoudig doch compleet centrum, hoog op een heuvel midden in een prachtige natuur met vogels, bloemen, apen en een waanzinnig uitzicht over Lake Arenal.

Veranderd
Nu ik alweer gewoon aan het werk ben en dagelijks terugdenk aan deze fantastische ervaring, deel ik de inzichten die ik daar heb opgedaan met mijn gesprekspartners. ‘Er is iets bij je veranderd!’  krijg ik te horen. En inderdaad, ik heb een aantal gedachten definitief veranderd. Ik heb dat kunnen doen, omdat ik een maand lang niets anders aan mijn hoofd had dan mijn eigen geluk groter te maken. Want al snel bleek dat ik toch ergens aan verslaafd was en dus ik was op de juiste plek beland. Voortdurend ben ik daar uitgedaagd om mijn gedachten en gevoelens daarover te onderzoeken. Iedere dag weer, zeven dagen per week. Het programma voorziet in een aantal vaste onderdelen en door de consequente manier van werken en de combinatie van bodywork, proceswerk, leerstof, lezen, natuur en stilte ging er van alles schuiven in mijn binnenwereld. Dat ging resulteren in een andere uitkomst, namelijk een heerlijk geluksgevoel. Bovendien heb ik antwoord gekregen op een paar vragen, waar ik jaren, vaag bewust, mee rond liep.
Wat ik daar dan heb gedaan? Onderzoek. In de circle onderzochten we hoe je, met je zelf gecreëerde verhalen, die je jezelf en anderen al jaren vertelt, je geluk in de weg zit. We onderzochten tot op de vierkante millimeter wat het verhaal is dat je al zo lang gelooft en waar het vandaan komt. Dat verhaal gaat terug naar vroeger, toen je nog niet in staat was oorzaak en gevolg te onderscheiden. Wat er gebeurde nam je als voor waar aan. Je trok daar als kind, omdat je bent wie je bent, je eigen conclusies uit. Zulke conclusies blijken bij iedereen eenzelfde grondpatroon te hebben, namelijk dat je denkt dat er alleen Liefde naar je toe komt als je dat verdient. Voila, je script, je overlevingsstrategie is geboren.
Deze overtuigingen over jezelf zijn zo aan je ziel vast gaan zitten dat het onderscheid tussen wie je echt bent – één en al liefde – en je verhalen is weggevallen. Je bent je verhalen geworden, je bent je lijf geworden en je bent je traumatische ervaringen. Totdat je ontdekt dat dit niet de waarheid is.
De mensen in mijn groep hadden stuk voor stuk bijzonder heftige dingen meegemaakt in hun leven. Misbruik, mishandeling, verwaarlozing, ouders aan de drank of drugs, uit huisplaatsing en zelfmoordpogingen. Mensen die door allerlei molens van de psycho-wereld zijn gegaan met medicijnen, opnames en andere ellende. Mensen die net als ieder ander, geboren zijn als onschuldige, prachtige, liefdevolle wezens. Maar ergens gebeurde onderweg iets waardoor het verhaal ontstond. Ik moest eerlijk gezegd wel even met mijn ogen knipperen toen ik met deze heftigheden werd geconfronteerd. Mijn eigen zoektocht leek daarbij in het niet te vallen. Maar toch ook bij mij kwamen de woorden ‘schuld’ en ‘slachtoffer’ naar boven: ‘Als mijn ouders meer van mij hadden gehouden, dan was ik niet… Als ik niet zo’n lastig kind was geweest voor hen, dan had ik….’ Deze oude inprints blijken tijdens het onderzoek in het programma gelukkig niet écht vastgeroest te zitten.

Mezelf vergeven
Ook andere gedachten die we allemaal herkennen kwamen voorbij, zoals: ‘Ik ben niet goed genoeg…. Ik stel niets voor…. Ik ben niets waard….’ In de ‘circle’ kwam ieder verhaal weer tot leven en achter die verhalen gingen dit soort zinnen van de interne dialoog schuil. Wat er bij mij na een week gebeurde was dat ik helder inzicht kreeg in wat ik ooit zelf had verzonnen had en was blijven herhalen. Emotioneel was het om te ervaren wat de echte waarheid over mij is, namelijk dat ik helemaal oké ben. Ik heb wel domme dingen gedaan, fouten gemaakt, mensen gekwetst en verkeerde dingen geroepen. Ik heb inderdaad vroeger gedacht dat ik een rotkind was, maar dat alles betekent nog niet dat ik geen onschuldig, lief en goedbedoelend mens ben. Ik mag helemaal van mezelf houden, precies zoals ik ben, en daar doen die foutjes niets aan af. Sterker nog: ik kan mezelf vergeven dat ik zo veel jaren heb geloofd dat ik niet oké was.
Toen ik dat eenmaal kon voelen, kon ik ook van het schuldgevoel af en bovendien de schuld helemaal de laan uitsturen. Niemand heeft namelijk schuld. Iedereen doet wat hij vanuit zijn eigen verhalen – believesystem – denkt te moeten doen. Dat was een enorme opluchting, zeker nadat ik op diverse sessies van familieopstellingen een grote steen aan mijn moeder heb moeten geven. Daar heb ik me altijd heel naar bij gevoeld, omdat ik voelde dat dat voor mij niet klopte. Ik heb die steen namelijk meer geassocieerd met 'Schuld' dan met 'Lot'. Ik heb wel ervaren hoe het is om het lot bij haar te laten, maar van die schuld kwam ik maar niet af. In dit proces heb ik de bevrijdende stap kunnen zetten. Want ook zij heeft geen schuld. Schuld bestaat gewoon niet. Ik heb inmiddels mezelf, mijn ouders en vele anderen vergeven. En daarmee ook de angst losgelaten dat ik in de toekomst weer fouten en schuld zal creëren. Geen angst: wat een vrijheid!
Ik kan nu veel beter anderen met dezelfde liefde benaderen die zij ook in hun intentie stoppen. Dus zinnen als: ‘Hij bedoelt het wel goed, maar het komt er zo rottig uit,’ zie ik sindsdien in een ander daglicht. Ik wil de ander niet meer om zijn gedrág veroordelen. Niet dat ik nooit meer in de oordeelstand sta, want dan zou ik verlicht zijn. Maar ik ben me er nu van bewust dat een oordeel over een ander altijd een oordeel over mezelf is.

Verhalentoren
In mijn werk gaat het vaak over oordelen, schuld, angst, onzekerheid en weinig zelfliefde. Mensen komen met hun verhalen over anderen die niet ‘leveren’, doen of zeggen wat zij graag willen dat ze doen. Zij besteden al hun energie, tot ze er doodmoe van worden, gestresst en zelfs burned out, om anderen zo ver te krijgen en zo te veranderen dat ze in hún referentie- en denkkader gaan passen. Mensen doen dit in de vorm van tobben, klagen, roddelen en zeuren. Ze willen gelijk, koste wat kost. En pas als mensen inzien dat dát nu juist ten koste gaat van hun Geluk, is er een opening om naar de eigen opgebouwde verhalentoren te kijken.
Na een maand heb ik met heel veel warmte en liefde afscheid genomen van de mensen op El Cielo. Mijn belangrijkste inzicht is, dat als ik me hevig opwind over iets of iemand in mijn omgeving, dat dat helemaal over mezelf gaat. Dat die persoon natuurlijk ook oké is, maar bij mij roept hij/zij iets wakker dat te maken heeft met oude, pijnlijke ervaringen die ik als kind heb opgedaan. En aan de conclusies die ik daar uit heb getrokken en de daaraan gekoppelde verhalen, bleek ik dus verslaafd. Dat betekent dat er altijd wel werk te doen blijft als iets me van buitenaf tegenzit. Ik ben er gelukkig nu wel achter hoe ik in het Geluk terecht kan komen, namelijk door het Gelijk op te geven. En wat dat oplevert? Vrede, rust, vrijheid en vooral Liefde.

Meer info: in september komt de leider van El Cielo voor een aantal lezingen en workshops naar Nederland. Mail naar info@saskiateppema.nl om op de hoogte te worden gehouden van het programma. Saskia spreekt en geeft workshops over o.a. De Onzin van Schuld en Emoties als Bron. 

Op woensdag 12 september 2012 verzorgt Saskia een interactieve workshop op basis van de film: 'As it is in Heaven' in het FILMTHEATER in Hilversum. Uiteraard wordt de film ook vertoond. Een aanrader, vooral voor wie de film al een keer heeft gezien. Toegang: € 12,50, reserveren gewenst (035-6235466)

www.saskiateppema.nl.


Inspirerende literatuur o.a.: Jerry Jampolsky: ‘Liefde is angst laten varen’; Marianne Williamson: ‘Terugkeer naar Liefde’; Eckhart Tolle: ‘Een nieuwe aarde’; Kay Pollack: ‘As it is in Heaven’ (film)




donderdag 21 juni 2012

Duurzaam Leiderschap


Boer en bedrijf






Wat een biologisch boer ons kan leren over duurzaam leiderschap.


Een paar jaar geleden ontmoette ik bij toeval een biologisch boer. We raakten in gesprek over zijn werk op de boerderij en mijn werk als coach in het bedrijfsleven. De overeenkomsten bleken groter dan de verschillen. Zijn kijk op zijn bedrijfsvoering en zijn visie op duurzaamheid  hebben me niet meer losgelaten. Als ik in gesprek ben met leiders, studenten, ondernemers en collega’s over wat zij verwachten van de toekomst en wat hun rol daarin zou kunnen zijn, lopen zijn verhalen en ervaringen altijd met me mee.

Voedsel is zo vanzelfsprekend aanwezig, dat de vraag waar het geproduceerd wordt, niet of nauwelijks meer wordt gesteld. Biologische groenten en gewassen zoals tarwe zijn het resultaat van een uitgekiend zaai-, groei-, oogst- en bewaarproces. De doorsnee consument is niet bezig met de bron van het dagelijks maal, en gevoelens van respect zijn vaak ver te zoeken. Bidden voor het eten was er al af; nu weten velen niet eens wat er precies op hun bord ligt en al helemaal niet of dat nou boven of onder de grond is gegroeid. Dit is dus een mooie gelegenheid om de waarde van het boerenbedrijf onder de aandacht te brengen en de principes van een biologisch boer, die per definitie duurzaam werkt, naast leiderschap te leggen.

De kern van het werk van een biologisch boer – die werkt zonder chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest – is de voortdurende zoektocht naar de balans tussen de elementen in de natuur: aarde, water, lucht en vuur. Een boer kan de aarde ‘lezen’ en hij weet wat hij wel of niet kan telen. Op klei groeien geen asperges, maar wel wortels, uien, aardappels en granen. Hij weet wanneer hij het gewas moet beregenen en hoe hij de afvoer van een surplus aan water moet regelen. Lucht is op een andere manier belangrijk: de hoeveelheid lucht (en luchtigheid) in de aarde is een concrete factor, maar daarnaast staat lucht ook voor ruimte en overzicht – ook wel het boerenverstand genoemd. En dan natuurlijk het vuur, de warmte, de zon. Zonder warmte groeit er niets en de timing is de cruciale factor.
Hier speelt het andere gegeven uit de natuur: de seizoenen. De boer weet precies op welk moment hij het beste kan zaaien en wanneer hij moet beginnen met het binnenhalen van de oogst. Voor, tijdens en na het groeiproces neemt hij talrijke beslissingen om de balans tussen de elementen te optimaliseren. Alleen dan kan hij rekenen op een optimale opbrengst.
Bij de boer gaat het om de vier elementen die niet zonder elkaar kunnen en die met elkaar in balans moeten zijn. Bij een leider die toekomstbestendig wil zijn, kun je duurzaamheid afmeten aan de balans tussen vier kernkwaliteiten die elkaar op dezelfde manier aanvullen en in evenwicht houden. De elementen uit de natuur vormen een prachtige metafoor voor die kwaliteiten.

Vuur: alles begint met de passie
Wat drijft je, wat is je vuur, wat is je ambitie? Zonder vuur kun je duurzaamheid wel vergeten. Een boer zonder passie voor zijn werk is niet te vinden. Als hij niet van zijn gewas houdt, wordt het niets. Dan houdt hij het intensieve werk niet vol. Het vuur is het element dat een leider nodig heeft om zijn droom te volgen, anderen enthousiast te maken en mensen aan je te binden.
Op je weg als leider kom je ontegenzeggelijk ‘onkruid’ en andere narigheid tegen. Daarom is het zo belangrijk dat je dat vuur aan de praat houdt. Met die warmte en aanstekelijkheid zet je tegenslag om in ‘vruchtbare voedingsstoffen’. Passie is besmettelijk. Bij iemand die vuur uitstraalt, wil je zijn. Op BNR Nieuwsradio hoor je geregeld enthousiaste verhalen van ondernemers die vurig vertellen over hun activiteiten. Echter, met alleen maar vuur ben je nog niet duurzaam. Net zoals de boer beducht is voor een hittegolf, ben ik, als coach, op mijn hoede wanneer de passie het enige is waar een leider of ondernemer over praat.

Water: verbinding
De tweede kwaliteit staat voor verbinding. Zonder water gaat de boel in de hens. De waterkwaliteit zorgt ervoor dat er contact is en dat je van elkaar kunt leren. Ik kom wel eens leiders tegen die prachtige verhalen vertellen, hun opdracht desnoods drie keer achter elkaar uitleggen, maar die niet in staat zijn om een vraag te stellen.
Voor leiders met veel passie is de grootste uitdaging: ‘Hoe kan ik me verplaatsen in een ander?’ Want hun drive kan hen danig in de weg zitten. Hun leerpunt is om een ander te accepteren die of een heel ander tempo heeft dan zijzelf, of die stronteigenwijs is. Duurzame leiders praten met juist deze mensen en niet óver hen. Ze durven hen om feedback te vragen. Zij zien in dat er zich, door de bril van die ander eens op te zetten, meer mogelijkheden ontvouwen om nieuwe en betere beslissingen te nemen. Er verschijnt een grotere werkelijkheid en er gaan doodlopende denkstraatjes open.

Een ander aspect van ‘water’ is dat je verbinding aangaat door dik en dun. Dus ook als het tegen zit. Sommige ondernemers voelen de crisis zo dichtbij, dat ze in de angst schieten. Dus zij gaan het langdurig contact uit de weg en zo wordt de crisis een self-fulfilling prophecy: tijdelijke contracten en dan nog wel voornamelijk aan jonge werknemers, want die zouden ook nog goedkoper en flexibeler zijn. De vraag is of dit soort flexibiliteit duurzaam is en of we daarmee iets opschieten. Ik denk van niet. Ik denk dat mensen, die ervaren dat zij vertrouwen krijgen, de beste medewerkers zijn en daardoor de dragers worden van duurzaamheid.

Lucht: wat je voor je ziet, is wat je krijgt
Een jonge projectmanager bij Waternet, het watercyclus bedrijf van Amsterdam, kan niet anders dan op een duurzame manier werken. Naast zijn passie (vuur), zijn neus voor communicatie (water) heeft hij een enorme hoeveelheid ‘lucht’. Hij heeft letterlijk een visie: hij ziet een organisatie voor zich, waar iedereen die met water te maken heeft, als bestuurder, leverancier, vervuiler en gebruiker met elkaar samenwerkt om een gezond, betaalbaar en toekomstbestendige waterhuishouding te beheren. Hij overziet, net als de boer, zijn hele perceel. Hij laat zich niet van de wijs brengen door geneuzel op de vierkante centimeter. Hij weet precies waar hij met de organisatie heel wil en kan daar ook een helder verhaal over houden. Dat is iets waar leiders vaak aan voorbij gaan: hoe kan ik met mijn inzichten en passie anderen inspireren en hen er werkelijk bij betrekken?

Zijn visie is aanstekelijk en door de bijeenkomsten die hij organiseert, scherpt hij die voortdurend aan. Hij weet het dagelijkse gedoe te overstijgen door de werkzaamheden in een groter kader te zetten, waarbij hij er ook nog aan denkt om voldoende ‘luchtigheid’ aan te brengen in de vorm van humor, onverwachte taarttraktaties of een onverwachte uitstap. Als je aan een van zijn medewerkers, bijvoorbeeld een rioleur, vraagt wat hij aan het doen is, antwoordt hij niet: ‘Ik ben een put aan het leegzuigen’, maar hij zegt: ‘Ik werk mee aan duurzaam waterbeheer’. Zo kan het ook.


Aarde: hoe zet je het neer?

Bij de biologisch boer kun je goed zien wat het laatste element, aarde, betekent. Je hoeft maar door de polder te rijden en je ziet overal gewassen groeien. Aarde staat voor het realiseren en materialiseren. De biologisch boer weet dat hij een aantal verschillende gewassen nodig heeft die elkaar jaarlijks opvolgen. Alleen aardappels telen, omdat er daarmee meer geld te verdienen zou zijn, werkt niet. Deze zogenaamde vruchtwisseling zorgt er namelijk voor dat er geen ziektekiemen in de bodem achterblijven. Hierdoor is een duurzame manier van werken mogelijk, zonder ingrijpen met chemische bestrijdingsmiddelen. Door de afwisseling blijft de grond gezond. De aarde pikt het eenvoudig niet, als ze het gevoel heeft dat ze wordt uitgebuit.

Als een leider in een school, een bedrijf of een ziekenhuis de ‘grond onder de voeten’ – de mensen die voor hem werken – onvoldoende afwisseling en uitdaging biedt, dan kan dat een jaartje of wat goed gaan. Maar vroeg of laat haken werknemers af. Ze raken gedesillusioneerd, gestresst of ze vertrekken. Duurzaam ‘aardebeheer’ vraagt om aandacht en zorgvuldigheid met grondstoffen, materialen en mensen.

In de waan van de dag staat doorgaans de automatische piloot aan. ‘Zo doen we het hier en dit zijn de regels.’ De macht der gewoonte (vanzelfsprekendheid, onverschilligheid) zijn de vijanden van duurzaamheid. Wat daar tegenover staat – en wat leiderschap pas echt duurzaam maakt – is de kracht van de liefde. De kracht van het hart. De liefde is de cruciale factor om dingen in het leven anders aan te pakken. De liefde leert om het ego dat per definitie wil scoren op de korte termijn, los te laten. De liefde stelt de leider steeds weer opnieuw de vraag: ‘Zijn we hier nog wel met de góede dingen bezig? Hebben we alle vier elementen betrokken bij de stap die we nu gaan zetten?’ Door de liefde krijg je weer contact met de gezagvoerder in jezelf en vind je de moed om een nieuwe koers te vliegen.

Bij het krieken van de dag kun je vaak een biologisch boer over zijn akker zien lopen. Hij ziet, proeft, hoort, kijkt en geniet van de stilte. Die is om hem heen en in hem. Dit is zijn mooiste en vruchtbaarste moment van de dag. Dan komen de nieuwe en goede ideeën bij hem boven en weet hij wat hem te doen staat. Daar vindt hij de verbinding tussen zichzelf en het drukke leven van alledag.
Een leider die op zijn manier de stilte opzoekt, die alleen kan zijn met de balans tussen zijn vurige passie, de verbinding met zijn omgeving, de rust van de lucht en de aandacht voor wat de aarde biedt, creëert zijn kansen om duurzaam te oogsten. 
En de boer? Hij ploegt voort, omdat hij weet dat er altijd weer een nieuwe lente komt.

Saskia Teppema is coach, trainer en procesbegeleider. Ze geeft workshops en schrijft mee aan een handboek voor jonge ondernemers op het gebied van sociale innovatie en duurzaamheid. www.saskiateppema.nl

maandag 9 januari 2012

Al die gevoelens... werk(en) met emoties

Emoties op het werk

Werken met mensen betekent werken met de emoties van mensen. Om succesvol onderhandelingen, functionerings- gesprekken of mediation-gesprekken te voeren is het cruciaal dat je je eigen emoties kent en dat je om kunt gaan met de emoties van gesprekspartners. Emoties kunnen zowel tegen als voor je werken. In deze workshop leer hoe je emoties constructief kunt inzetten. We doen dat met behulp van de ‘schakelkast’.

blij – boos – bedroefd – bang

De Schakelkast

Je leert je eigen ‘schakelkast’ kennen waarmee je je emoties zowel aan als uit kan zetten. Voor alle vier emoties geldt dat ze een waardevolle schat in zich dragen. Als je die van jezelf beter kent zodat ze niet meer met je op de loop gaan, kun je effectiever met de emoties van anderen omgaan. In deze workshop krijg je direct toegang tot je eigen vier basisemoties.

Blij, boos, bang en bedroefd zijn onze vier basis-emoties. Alle andere emoties zijn hiervan afgeleid. Ze zijn als zoet, zout, zuur en bitter. Alle ‘smaken’ en ‘combinaties’ van gevoelens en gedrag zijn hierop terug te voeren. De professional herkent zowel de basis-emoties als de daarvan afgeleide emoties.

· Boos

Onverwacht kan heftige boosheid in een gesprek naar boven komen. Bij de gesprekspartner, bij jou, of wanneer je als derde persoon bij een gesprek aanwezig bent. Het is vanuit de diverse invalshoeken mogelijk om de boosheid te transformeren naar een vruchtbaar resultaat.

· Bedroefd

Droefheid, verdriet vraagt om ruimte. Die ruimte lijkt er vaak niet te zijn op het werk. Als je met de schakelkast je verdriet leert hanteren, kun je beter met het verdriet van een ander omgaan. Voor veel mensen is het uiten van verdriet een lastige emotie.

· Bang

Bang verstopt zich nogal eens in boosheid of verdriet. Als je de angst niet boven water haalt in een gesprek blijft het zich op een onproductieve manier en op onverwachte momenten manifesteren. En dan kan een verstopte angst de effectiviteit van de ontmoeting belemmeren.

· Blij

Over Blij kunnen we kort zijn: hoe meer vreugde op het werk, echte vreugde, hoe beter het met de mensen en de bedrijvigheid zal gaan. Bedenk voor iedere dag iets waar je blij van wordt!

woensdag 4 januari 2012

Op cursus en geld toe

Wilma aan de telefoon. ‘Ik stop ermee. Ze kunnen de pot op. En Karel al helemaal’. Ferme taal met verdrietige ondertoon. Ik weet al een tijdje dat er wat speelt. Wilma werkt als zelfstandige met hoogbegaafde kinderen op een school in Groningen. Wilma is een kanjer. Als geen ander weer ze de creativiteit en de leergierigheid van deze speciale groep, die een status aparte hebben op school, tot ontplooiing te brengen. Ze weet precies de goeie toon aan te slaan en ze is eindeloos vindingrijk als het gaat om oefeningen en opdrachten. De kinderen lopen met haar weg, maar…. Iets gaat niet goed. En dat iets heeft te maken met de randvoorwaarden, de omgeving en de manier van communiceren. Wilma is zo met haar koters en haar eigen programma bezig dat ze vergeet dat er nog andere ‘stakeholders’ op de school betrokken zijn. Een typisch probleem van de professional, goed in het vak maar niet goed in de relaties. Ik kom het overal tegen; bij artsen, muzikanten in een orkest, advocaten, kunstenaars en dus ook bij docenten. De hele discussie over lesgeven en onderwijsorganisatie is in de kern terug te brengen tot de moeizame gordiaanse knoop waar het ene touwtje de liefde voor het vak is, met alle eigenwijzigheid die daar bij komt, en het uiteinde van managers zoals Karel, die moeten zorgen voor de randvoorwaarden. De een kan niet zonder de ander, ze zijn als het goed is, een ijzersterk duo, maar dat wordt lang niet altijd begrepen en al helemaal niet gewaardeerd. Dus het werkt vaker niet dan wel. Klagen over en weer is het voornaamste onderwerp van gesprek op de borrels en verjaarspartijtjes. Zo ook bij Wilma.

‘Wie het weet moet het zeggen’, is een van mijn motto’s, met als variatie: ‘wie het snapt moet er iets aan doen’. Wilma snapt het niet en blijkbaar haar Karel ook niet. Het gevolg is verlies-verlies. Wilma weg, kinderen zonder extra begeleiding, ouders weer ontevreden, andere docenten niet blij want ze krijgen er stierlijk vervelende kinderen door in de klas, Karel gefrustreerd… wat moet er nu begrepen worden?

Ik ga ervan uit dat je op je werk net zo veel kunt leren als in een dure cursus. Je hebt misschien alleen een tijdje een coach nodig in wie je vertrouwen hebt en die als mentor vierkant achter je staat en je laat zien wat je laat liggen. Op deze real-life cursus leer je dat het niet om of/of gaat maar om en-en. Er zijn én professionals nodig die van de hoed en de rand weten én mensen die zorgen dat jij je werk kunt doen. Zo eenvoudig is het. En dat het niet over gaat wie van de twee beter is, meer gelijk heeft, sterker is, groter of machtiger, maar dat beiden iets te leren hebben om een mooi resultaat te halen. De manager moet leren zich in te leven in de professional, de professional zal de taal moeten leren spreken van de manager.

Ik zit zowel met de Wilma’s als met de Karel’s aan tafel. Ze zijn heel verschillend gebakken en kijken uit verschillende patrijspoortjes. Maar onder de oppervlakte van hun dikke huid zit dezelfde structuur. In the end hebben ze namelijk precies hetzelfde belang én hetzelfde doel. In dit geval: hoe zorgen we ervoor dat de leerlingen hier een mooie tijd hebben op school en dat ze zoveel mogelijk leren.

Dus Wilma, voor je het bijltje erbij neergooit, wat dacht je van een gratis cursus plus je loonstrookje? Je proefkonijn is Karel c.s. en de coach is je juf. Je werkt lekker door en je leert een heleboel. Wat je ervoor over moet hebben? Valt reuze mee. Beetje bakzeil halen, stukje je hoofd buigen en diep ademhalen. Betaald of onbetaald, ook jij blijft leerling tot je dood.